mekken
- mek·ken
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
mekken |
mekte |
gemekt |
zwak -t | volledig |
mekken
- inergatief een geluid voortbrengen zoals dat van een schaap
- Het lammetje mekte zachtjes en vlijde zich neer naast zijn moeder.
- inergatief zeuren, klagen, mopperen
- Er werd wat gemekt en gekreund, maar al snel legden zij er zich bij neer.
- Het woord mekken staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "mekken" herkend door:
42 % | van de Nederlanders; |
40 % | van de Vlamingen.[1] |
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be