Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • meer·de aan
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
aanmeren

meerde aan

  1. enkelvoud verleden tijd van aanmeren
    • Ik meerde aan. 
    • Jij meerde aan. 
    • Hij, zij, het meerde aan. 


Gangbaarheid