• mee·pro·fi·teert
vervoeging van
meeprofiteren

meeprofiteert

  1. (in een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van meeprofiteren
    • ... dat jij meeprofiteert. 
  2. (in een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van meeprofiteren
    • ... dat hij meeprofiteert.