meeleefde
- mee·leef·de
vervoeging van |
---|
meeleven |
meeleefde
- (in een bijzin) enkelvoud verleden tijd van meeleven
- ... dat ik meeleefde.
- ... dat jij meeleefde.
- ... dat hij, zij, het meeleefde.
- ... dat ik meeleefde.
- Het woord meeleefde staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.