• mee·klinkt
vervoeging van
meeklinken

meeklinkt

  1. (in een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van meeklinken
    • ... dat jij meeklinkt. 
  2. (in een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van meeklinken
    • ... dat hij meeklinkt.