meebetaalde
- Geluid: meebetaalde (hulp, bestand)
- mee·be·taal·de
vervoeging van |
---|
meebetalen |
meebetaalde
- (in een bijzin) enkelvoud verleden tijd van meebetalen
- ... dat ik meebetaalde.
- ... dat jij meebetaalde.
- ... dat hij, zij, het meebetaalde.
- ... dat ik meebetaalde.
- verbogen vorm van meebetaald, voltooid deelwoord van meebetalen
- Het woord meebetaalde staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.