• mee·eten

meeëten

  1. verouderde spelling of vorm van mee-eten tot 1996
     Wij konden hem wel vermoorden, want elke keer als mijn moeder vroeg: ‘Wil je een hapje meeëten?’, zei hij ja.[1]
  1.   Weblink bron “Als oorlog echt is.” (1991), Leopold, Amsterdam, ISBN 9025847528, p. 31