• [1] Ontwikkeld uit Middelengels mede, uit Oudengels meodu, medu, uit Germaans *medu-, verwant aan Nederlands mede, Duits Met, Deens mjød, Zweeds mjöd, enz. [1]
  • [2] verkorte vorm van meadow.
  1. (drinken) honingwijn, mede
  2. (dichterlijk) weide
  1.   Weblink bron mead1 in: Oxford English Dictionary, Second edition (1989) op oed.com


vervoeging van
mear

mead

  1. gebiedende wijs (bevestigend) tweede persoon meervoud tegenwoordige tijd (presente) van mear