mazzelen
- maz·ze·len
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
mazzelen |
mazzelde |
gemazzeld |
zwak -d | volledig |
mazzelen
- Het woord mazzelen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "mazzelen" herkend door:
86 % | van de Nederlanders; |
72 % | van de Vlamingen.[1] |
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be