Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ma·zout·jes
Woordherkomst en -opbouw

Zelfstandig naamwoord

de mazoutjesmv

  1. verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord mazout
    • Antwerpen is best dichtbij. En de mazoutjes zijn er heerlijk. [1]
    • Maar er is iets dat ons Ieperlingen en Poperingenaars niet al te enthousiast kan stemmen. Het is de kwestie van de « mazoutjes ». [2]

Gangbaarheid

Verwijzingen