marathonlopertje

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  marathonlopertje    (hulp, bestand)
• IPA: / ˈmaratɔnˌlopərcə / (6 lettergrepen)

Woordafbreking

• ma·ra·thon·lo·per·tje

Woordherkomst en -opbouw

• marathonloper met het achtervoegsel -tje

Zelfstandig naamwoord

het marathonlopertje o

1. verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord marathonloper

Gangbaarheid

• Het woord marathonlopertje staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.