maquilleert
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: maquilleert (hulp, bestand)
Woordafbreking
- ma·quil·leert
Werkwoord
vervoeging van |
---|
maquilleren |
maquilleert
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van maquilleren
- Jij maquilleert.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van maquilleren
- Hij maquilleert.
- (verouderd) gebiedende wijs meervoud van maquilleren
- Maquilleert!
Gangbaarheid
- Het woord maquilleert staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.