maquilleer
- Geluid: maquilleer (hulp, bestand)
- ma·quil·leer
vervoeging van |
---|
maquilleren |
maquilleer
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van maquilleren
- Ik maquilleer.
- gebiedende wijs van maquilleren
- Maquilleer!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van maquilleren
- Maquilleer je?
- Het woord maquilleer staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.