mandiën
- man·di·ën
- uit het Maleis
mandiën [1]
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
mandiën |
mandiede |
gemandied |
zwak -d | volledig |
- inergatief douchen door bekers of kleine emmers water over zich heen te gieten
- Het woord mandiën staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "mandiën" herkend door:
23 % | van de Nederlanders; |
12 % | van de Vlamingen.[4] |
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Weblink bron “Oeroeg revisited” (23/10/2009), HP de Tijd
- ↑ Weblink bron “Op het werk (50)” (1 juli 1997), de Volkskrant
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be