Esperanto

Woordherkomst en -opbouw
  • Afgeleid van bela met het voorvoegsel mal-.
  enkelvoud meervoud
  nominatief     malbela     malbelaj  
  accusatief     malbelan     malbelajn  

Bijvoeglijk naamwoord

malbela

  1. lelijk
    «Laŭ mi, tiu pentraĵo estas malbela
    Volgens mij is jouw schilderij lelijk.
Antoniemen