maiswortelboordertje

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • mais·wor·tel·boor·der·tje
Woordherkomst en -opbouw

Zelfstandig naamwoord

het maiswortelboordertjeo

  1. verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord maiswortelboorder

Gangbaarheid