maartjes
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- maart·jes
Zelfstandig naamwoord
de maartjes mv
- verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord maart
Woordafbreking
- maar·tjes
de maartjes mv
- verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord maar