ma parole
- verbinding van ma en parole
ma parole
- (spreektaal) ik geef je mijn woord, ik zweer het
- «Si j’rentre pas dans cette boîte, je ruine la tête du videur, ma parole!»
- Als ik die danstent niet in mag, sla ik de uitsmijter tegen zijn kop, ik zweer het je! [1]
- «Si j’rentre pas dans cette boîte, je ruine la tête du videur, ma parole!»