Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • maïs·kolf·je, ma·is·kolf·je
Woordherkomst en -opbouw

Zelfstandig naamwoord

het maïskolfjeo

  1. verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord maïskolf
Synoniemen

Verwijzingen