lul-de-behanger
- lul-de-be·han·ger
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | lul-de-behanger | lul-de-behangers |
verkleinwoord |
de lul-de-behanger m
- een waardeloos persoon
- ▸ Als je een zenuwaanval hebt, reageer die dan af op die lul-de-behanger daar![1]
- ▸ 'Wat voor lul-de-behanger denkt die Becker wel dat hij is!' tierde Benson. 'Dertig miljard eist die lintjesknipper, die juridische bloedzuiger... parasiteren op andermans zuurverdiende centen, dat is het enige wat die klote letseladvocaten kunnen!' tierde Benson.[2]
- ▸ Sommigen noemden hem een liberal, maar de Canastajongens van Ivor noemden hem een lachwekkende, laffe communistische lul-de-behanger, en Petes vader mocht hem ook niet.[3]
- Het woord lul-de-behanger staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ Weblink bron Pierre Rey, Tom Graftdijk“De weduwe” (1977), De Arbeiderspers , ISBN 9789029535212, p. 162
- ↑ Weblink bron “Het Petronius mysterie” (2012), A.W. Bruna Uitgevers , ISBN 9789044961690, p. 72
- ↑ Weblink bron Jussi Adler-Olsen“Het Washington decreet” (2012), Prometheus, ISBN 9789044619768, p. 9