lukten
- luk·ten
vervoeging van |
---|
lukken |
lukten
- meervoud verleden tijd van lukken
- Wij lukten.
- Jullie lukten.
- Zij lukten.
- Wij lukten.
- Het woord lukten staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
vervoeging van |
---|
lukken |
lukten