luisde in
- luis·de in
vervoeging van |
---|
inluizen |
luisde in
- enkelvoud verleden tijd van inluizen
- Ik luisde in.
- Jij luisde in.
- Hij, zij, het luisde in.
- Ik luisde in.
- Het woord 'luisde in' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.