• lo·tus·voe·ten

de lotusvoetenmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord lotusvoet
     Zo vertelt de combinatie van een Japanse prent van een vrouw met zwarte tanden, een Chinees porseleinen vrouwtje met lotusvoeten, en een Indonesisch schaamplaatje met daarop een zedig ingepakte dame, in één oogopslag iets over de verschillende schoonheidsidealen.[1]
  1.   Weblink bron
    Edo Dijksterhuis
    “Zeldzame voorbeelden van Aziatische schoonheidsidealen” (4 november 2002) op nrc.nl