lotusschoentje
- Geluid: lotusschoentje (hulp, bestand)
- IPA: / ˈlotʏˌsxuncə / (4 lettergrepen)
- lo·tus·schoen·tje
- lotusschoen met het achtervoegsel -tje
het lotusschoentje o
- verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord lotusschoen
- ▸ Vanuit het donker lopen we in de benedenzaal van het MUHKA tegen levensgrote iconen op video aan: een Indiaan met een enorme lipschijf, een gigantische pump, een miniscuul Chinees lotusschoentje etc.[1]
- Het woord 'lotusschoentje' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- ↑ Weblink bron José Teunissen“Antwerpen mode 2001” (26 mei 2001) op trouw.nl