Studioportret van man met ontbloot bovenlijf met littekens, vooral op de linkerbovenarm (Collectie Nationaal Museum van Wereldculturen op Wikipedia (nl)).

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • lit·te·kens

Zelfstandig naamwoord

de littekensmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord litteken
     Alle zwellingen waren verdwenen, maar de littekens van de hechtingen waren hier en daar nog duidelijk te zien en ze had een gezichtskleur die neigde naar groen en geel.[1]

Verwijzingen

  1. Jan Guillou (vert. Bart Kraamer)
    “Tussen rood en zwart” (2014), Uitgeverij Prometheus  , ISBN 9789044625691