• lisp
vervoeging van
lispen

lisp

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van lispen
    • Ik lisp. 
  2. gebiedende wijs van lispen
    • Lisp! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van lispen
    • Lisp je? 


enkelvoud meervoud
lisp lisps

lisp

  1. slisgeluid
vervoeging
onbepaalde wijs to  lisp 
he/she/it  lisps 
verleden tijd  lisped 
voltooid
deelwoord
 lisped 
onvoltooid
deelwoord
 lisping 
gebiedende wijs  lisp 

lisp

  1. slissen