levensboompje
- Geluid: levensboompje (hulp, bestand)
- IPA: /ˈlevənsˌbompjə/
- le·vens·boom·pje
- van levensboom met de uitgang -je die het verkleinwoord vormt
het levensboompje o
- verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord levensboom
- Het woord levensboompje staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.