lesgroepje
- Geluid: lesgroepje (hulp, bestand)
- IPA: / ˈlɛsxrupjə / (3 lettergrepen)
- les·groep·je
het lesgroepje o
- verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord lesgroep
- AFUK begint volgende week weer met cursus 'Fries voor niet- Friestaligen'. Wekelijks op donderdagavond. Lesgroepje moet eigenlijk uit minstens tien mensen bestaan. Dat aantal aanmeldingen is nog niet helemaal gehaald. [1]
- ↑ "G&G Gehoord en Gezien in Leeuwarden" in: Leeuwarder Courant jrg. 237 nr. 6 (8 januari 1988); p. 9 kol. 4; geraadpleegd 2017-12-29