Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • lei·ding·brug
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord leidingbrug leidingbruggen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de leidingbrugv / m

  1. een brug of viaduct bestemd voor het dragen van pijpleidingen