leggiadro

Italiaans

Uitspraak

Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
IPA: /ledˈd͡ʒa.dro/

Woordherkomst en -opbouw

Retrograde vorming van leggiadria, dat zelf ontleend is aan het Oudprovençaalse leujaria.^[1]

	enkelvoud	meervoud
mannelijk	leggiadro	leggiadri
vrouwelijk	leggiadra	leggiadre

Bijvoeglijk naamwoord

leggiadro

bekoorlijk, lieflijk
«Io gli studi leggiadri
Talor lasciando e le sudate carte, […]^[2]»
Wanneer ik de bekoorlijke studies
En de bezwete papieren soms verliet, […]

«È terricciuola assai leggiadra, & di ragioneuole traffico.^[3]»
Het is een tamelijk lieflijke plek, met behoorlijk verkeer.

Verwijzingen

↑ M. Cortelazzo, M., Zolli, P. & Cortelazzo M. A. (2004). Leggiàdro. In L'Etimologico Minore (p. 665). Bologna: Zanichelli.
↑ Leopardi, L. (1831). A Silvia. In Canti (pp. 133-134). Firenze: Presso Guglielmo Piatti.
↑ Guicciardini, L. (1567). Descrittione di tutti i Paesi Bassi (p. 377). Anuersa: Apresso Guglielmo Siluio.

Overgenomen van "https://nl.wiktionary.org/w/index.php?title=leggiadro&oldid=3939224"