leg onder
- leg on·der
vervoeging van |
---|
onderleggen |
leg onder
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van onderleggen
- Ik leg onder.
- gebiedende wijs van onderleggen
- Leg onder!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van onderleggen
- Leg je onder?
- Het woord leg onder staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.