• leeft door
vervoeging van
doorleven

leeft (...) door

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van doorleven
    • Jij leeft door. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van doorleven
    • Hij leeft door. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van doorleven
    • Leeft door!