• lås·ning
  • Afkomstig van het Deense werkwoord låsemet het achtervoegsel -ning
Naar frequentie zeldzaam
  enkelvoud meervoud
onbepaald bepaald onbepaald bepaald
nominatief   låsning     låsningen     låsninger     låsningerne  
genitief   låsnings     låsningens     låsningers     låsningernes  

låsning, g

  1. (medisch) blokkade (van spieren of gewrichten)


  • lås·ning
  • Afkomstig van het Noorse werkwoord låsemet het achtervoegsel -ning
Naar frequentie 136129
  enkelvoud meervoud
onbepaald bepaald onbepaald bepaald
nominatief   låsning     låsningen     låsninger     låsningene  
genitief   låsnings     låsningens     låsningers     låsningenes  

låsning, g

  1. (medisch) blokkade (van spieren of gewrichten)