kwelspelletje
- Geluid: kwelspelletje (hulp, bestand)
- IPA: / ˈkwɛlspɛləcə / (4 lettergrepen)
- kwel·spel·le·tje
het kwelspelletje o
- verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord kwelspel
- ▸ Jozijnkens kwelspelletje der ongenaakbaarheid was uit.[1]
- Het woord 'kwelspelletje' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- ↑ Weblink bron “'t Pastorken van Schaerdycke.”, 4e druk (1942), Nijg & Van Ditmar, Rotterdam, p. 92