Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • kwel·spel·le·tje
Woordherkomst en -opbouw

Zelfstandig naamwoord

het kwelspelletjeo

  1. verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord kwelspel
     Jozijnkens kwelspelletje der ongenaakbaarheid was uit.[1]

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1.   Weblink bron “'t Pastorken van Schaerdycke.”, 4e druk (1942), Nijg & Van Ditmar, Rotterdam, p. 92