kwadrateerden
- kwa·dra·teer·den
vervoeging van |
---|
kwadrateren |
kwadrateerden
- meervoud verleden tijd van kwadrateren
- Wij kwadrateerden.
- Jullie kwadrateerden.
- Zij kwadrateerden.
- Wij kwadrateerden.
- Het woord kwadrateerden staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.