• kwa·dra·teer
vervoeging van
kwadrateren

kwadrateer

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van kwadrateren
    • Ik kwadrateer. 
  2. gebiedende wijs van kwadrateren
    • Kwadrateer! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van kwadrateren
    • Kwadrateer je?