kruiste aan
- Geluid: kruiste aan (hulp, bestand)
- kruis·te aan
vervoeging van |
---|
aankruisen |
kruiste aan
- enkelvoud verleden tijd van aankruisen
- Ik kruiste aan.
- Jij kruiste aan.
- Hij, zij, het kruiste aan.
- Ik kruiste aan.
- Het woord kruiste aan staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.