Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • koopt weg
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
wegkopen

koopt (...) weg

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van wegkopen
    • Jij koopt weg. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van wegkopen
    • Hij koopt weg. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van wegkopen
    • Koopt weg!