• kon·tak·ta
  • Bijvoeglijk gebruik van het voltooid deelwoord van het Noorse werkwoord kontakte met het voorvoegsel kon-
Naar frequentie zeldzaam
stellend vergrotend overtreffend
onbepaald
(sterk)
m/v enkelvoud kontakta
o enkelvoud kontakta
meervoud kontakta
bepaald
(zwak)
enkelvoud en
meervoud
kontakta

kontakta

  1. gecontacteerd

kontakta

  1. verleden tijd van kontakte
  2. voltooid deelwoord van kontakte


  • kon·tak·ta
  • Bijvoeglijk gebruik van het voltooid deelwoord van de Nynorske werkwoorden kontakta en kontakte met het voorvoegsel kon-
stellend vergrotend overtreffend
onbepaald
(sterk)
m/v enkelvoud kontakta
o enkelvoud kontakta
meervoud kontakta
bepaald
(zwak)
enkelvoud en
meervoud
kontakta

kontakta

  1. gecontacteerd

kontakta

  1. onbepaalde wijs, tweede vorm naast kontakte, zie aldaar

kontakta

  1. verleden tijd van kontakta
  2. voltooid deelwoord van kontakta

kontakta

  1. gebiedende wijs van kontakta

kontakta

  1. verleden tijd van kontakte
  2. voltooid deelwoord van kontakte

kontakta

  1. gebiedende wijs van kontakte