• komt te·kort
vervoeging van
tekortkomen

komt tekort

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van tekortkomen
    • Jij komt tekort. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van tekortkomen
    • Hij komt tekort. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van tekortkomen
    • Komt tekort!