kolfje
- kolf·je
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | kolfje | kolfjes |
verkleinwoord |
het kolfje o
- een kolfje naar iemands hand zijn: iets dat hij graag doet
het kolfje o
- verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord kolf
- Het woord kolfje staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "kolfje" herkend door:
94 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen.[1] |
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be