Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • kok·te

Werkwoord

vervoeging van
kokken

kokte

  1. enkelvoud verleden tijd van kokken
    • Ik kokte. 
    • Jij kokte. 
    • Hij, zij, het kokte. 


Noors

Woordafbreking
  • kok·te
Naar frequentie 17501

Bijvoeglijk naamwoord

kokte, m / v / o

  1. bepaalde vorm enkelvoud van de stellende trap van kokt

kokte, mv

  1. onbepaalde en bepaalde vorm meervoud van de stellende trap van kokt

Werkwoord

kokte

  1. verleden tijd van koke


Nynorsk

Woordafbreking
  • kok·te

Bijvoeglijk naamwoord

kokte, m /v / o

  1. bepaalde vorm enkelvoud van de stellende trap van kokt

kokte, mv

  1. onbepaalde en bepaalde vorm meervoud van de stellende trap van kokt
Schrijfwijzen

Werkwoord

kokte

  1. verleden tijd van koka
Schrijfwijzen

Werkwoord

kokte

  1. verleden tijd van koke
Schrijfwijzen