kofschippers
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: kofschippers (hulp, bestand)
- IPA: / ˈkɔfsxɪpərs / (3 lettergrepen)
Woordafbreking
- kof·schip·pers
Woordherkomst en -opbouw
- kofschipper met uitgang -s
Zelfstandig naamwoord
de kofschippers mv
- meervoud van het zelfstandig naamwoord kofschipper
- De kofschippers schijnen handige jongens te zijn geweest. [1]
Gangbaarheid
- Het woord 'kofschippers' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ "Kofschippers waren handige jongens" in: Leeuwarder Courant jrg. 207 nr. 33 (8 februari 1958); p. 5 kol. 1; geraadpleegd 2019-01-10