Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • kocht op
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
opkopen

kocht op

  1. enkelvoud verleden tijd van opkopen
    • Ik kocht op. 
    • Jij kocht op. 
    • Hij, zij, het kocht op. 


Gangbaarheid