knip-en-plakwerkje

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • knip-en-plak·werk·je
Woordherkomst en -opbouw

Zelfstandig naamwoord

het knip-en-plakwerkjeo

  1. verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord knip-en-plakwerk
     Wat ze niet wisten, was dat ze allemaal precies dezelfde ‘analyse’ hadden gekregen, een knip-en-plakwerkje dat de professor had gemaakt met horoscopen uit een krantenkiosk.[1]

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1.   Weblink bron “Zelf doen” (2022), Atlas Contact, Amsterdam, ISBN 9789025459888