knip-en-plakwerkje
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: knip-en-plakwerkje (hulp, bestand)
- IPA: /ˌknɪpɛnˈplɑkwɛrəkjə/
Woordafbreking
- knip-en-plak·werk·je
Woordherkomst en -opbouw
- afgeleid van knip-en-plakwerk zn met het achtervoegsel -je
Zelfstandig naamwoord
het knip-en-plakwerkje o
- verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord knip-en-plakwerk
- ▸ Wat ze niet wisten, was dat ze allemaal precies dezelfde ‘analyse’ hadden gekregen, een knip-en-plakwerkje dat de professor had gemaakt met horoscopen uit een krantenkiosk.[1]
Gangbaarheid
- Het woord 'knip-en-plakwerkje' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Weblink bron “Zelf doen” (2022), Atlas Contact, Amsterdam, ISBN 9789025459888