klamme
- klam·me
- Het woord klamme staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ Tim Voors“Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers
- IPA: /klamə/
- klam·me
klamme
- onbepaald (zonder lidwoord) nominatief vrouwelijk enkelvoud van klamm
- onbepaald (zonder lidwoord) accusatief vrouwelijk enkelvoud van klamm
- onbepaald (zonder lidwoord) nominatief meervoud van klamm
- onbepaald (zonder lidwoord) accusatief meervoud van klamm
- bepaald nominatief mannelijk enkelvoud van klamm
- bepaald nominatief vrouwelijk enkelvoud van klamm
- bepaald accusatief vrouwelijk enkelvoud van klamm
- bepaald nominatief onzijdig enkelvoud van klamm
- bepaald accusatief onzijdig enkelvoud van klamm
- onbepaald nominatief vrouwelijk enkelvoud van klamm
- onbepaald accusatief vrouwelijk enkelvoud van klamm