klaagde
- klaag·de
vervoeging van |
---|
klagen |
klaagde
- enkelvoud verleden tijd van klagen
- Ik klaagde.
- Jij klaagde.
- Hij, zij, het klaagde.
- Ik klaagde.
- Het woord klaagde staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
vervoeging van |
---|
klagen |
klaagde