kjem
- kjem
Naar frequentie | 17075 |
---|
kjem
- zwakke verbuiging gebiedende wijs van komme
- kjem
kjem
- zwakke verbuiging gebiedende wijs van kjemma
kjem
- zwakke verbuiging gebiedende wijs van kjemme
kjem
- sterke verbuiging tegenwoordige tijd aantonende wijs bedrijvende vorm van koma
kjem
- sterke verbuiging tegenwoordige tijd aantonende wijs bedrijvende vorm van kome
kjem
- sterke verbuiging tegenwoordige tijd aantonende wijs bedrijvende vorm van komma
kjem
- sterke verbuiging gebiedende wijs van komma
kjem
- sterke verbuiging tegenwoordige tijd aantonende wijs bedrijvende vorm van komme
kjem
- sterke verbuiging gebiedende wijs van komme