kimbladen
- kim·bla·den
- kimblad met uitgang -en
de kimbladen mv
- meervoud van het zelfstandig naamwoord kimblad
- Van de eerste twee katernen zijn alleen de laatste twee bladen bewaard (xv-xvi), elk met een kim. Om die twee kimbladen netjes bij elkaar te houden zijn ze aaneen gespeld. [1]
- Het woord 'kimbladen' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.