kilhog
Bretons
Uitspraak
- IPA: /ˈki.ʎok/
Woordherkomst en -opbouw
- Van het Proto-Keltische *caliācos ("haan"), dat op de Proto-Indo-Europese wortel *kleh₁- ("roepen") teruggaat. Cognaten zijn het Welsh ceiliog, het Cornische kulyek en het Ierse coileach.
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | kilhog | kilhegi, kilheien |
Zelfstandig naamwoord
kilhog m